Schatje Wanneer Mag Ik Nou

Schatje, wanneer mag ik nou, wanneer mag ik nou, wanneer mag ik nou
Schatje, wanneer mag ik nou, met men vrienden eens een avondje op stap
Want elke man wil op z'n tijd al eens z'n zinnetje doen
En daarom toch niet getreurd en geef me nog een zoen
Schatje, wanneer mag ik nou, met men vrienden eens een avondje op stap

Ik ken een jongen en een meisje echt een heel leuk stel
Hij houdt van haar en zij van hem, maar ja je kent dat wel
Zo duurt dat nu al jaren lang en hij wil graag gaan tɾouwen
Maar zij voelt zich te jong [Am]om aan een nestje te gaan bouwen
Zo komt het dat hij soms wel eens een slippertje wil wagen
Bij ieder ɾendez-vous gaat hij haar steeds het zelfde vragen

Schatje, wanneer mag ik nou, wanneer mag ik nou, wanneer mag ik nou
Schatje, wanneer mag ik nou, met men vrienden eens een avondje op stap
Want elke man wil op z'n tijd al eens z'n zinnetje doen
En daarom toch niet getɾeurd en geef me nog een zoen
Schatje, wanneer mag ik nou, met men vrienden eens een avondje op stap

M'n buurman is een knulletje van 't allerbeste soort
Hij heeft een vrouw die in de buurt de ɾust wel eens verstoord
En iedere avond loopt ie ɾond met pijpje en op sokken
Z'n vrienden willen hem [A]dan telkens weer naar buiten lokken
De hele buurt weet dan dat het opnieuw is aan 't gebeuren

De sukkel zit dan op z'n knieën voor z'n vrouw te zeuren
Schatje, wanneer mag ik nou, wanneer mag ik nou, wanneer mag ik nou
Schatje, wanneer mag ik nou, met men vrienden eens een avondje op stap
Want elke man wil op z'n tijd al eens z'n zinnetje doen
En daarom toch niet getɾeurd en geef me nog een zoen
Schatje, wanneer mag ik nou, met men vrienden eens op stap
Met men vrienden eens op stap
Met men vrienden eens een avondje op stap