Een glimlach krijg je vaak voor niets
Spontaan gezwaai vanaf een fiets
Een klus kan in een zwenk geklaard
Maar jij voelt je dan steeds bezwaard
Jarig word je ieder jaar
Bij leven, anders is het klaar
Met Koopmans maak je appeltaart
Maar voelt je dan steeds bezwaard
Wanneer de eiken balken barsten van het werken
Hebben ze niet lang genoeg gerust
Als in een paar de één de ander niet meer kent
Hebben ze niet lang genoeg gekust
Een kunstenaar die voelt zich vrij
Een schommeling hoort bij getij
Met zegels heb je een cadeau gespaard
Maar jij voelt je dan steeds bezwaard
En als je praat maak je geluid
Met getuite lip is het gefluit
Wie goed kan voelen die is geaard
Maar jij voelt je dan steeds bezwaard
(Jij voelt je dan steeds bezwaard)
Wanneer de eiken balken barsten van het werken
Hebben ze niet lang genoeg gerust
Als in een paar de één de ander niet meer kent
Zijn woorden niet genoeg gesust
(Als in een paar)
En hebben ze niet lang genoeg gekust
(En hebben ze niet lang genoeg gekust)
Wanneer je loopt kom je vooruit
Maar jij haalt jezelf steeds weer onderuit
Als iemand [Bm]jou een compliment maakt
Zorg jij dat je jezelf weer afkraakt
In stilte zijn zodat je bedaard
De aandacht nu naar jou uit gaat (naar jou)
Maar dat vind jij jezelf niet waard
Wanneer de eiken balken barsten van het werken
Hebben ze niet lang genoeg gerust
Als in een paar de één de ander niet meer kent
Hebben ze niet lang genoeg gekust
Nanananananananananananana
Wanneer de eiken balken barsten van het werken
Als eiken balken barsten
Hebben ze niet lang genoeg gerust
Đăng nhập hoặc đăng ký để bình luận
Đăng nhập
Đăng ký